Mathew Vola is als director Property Business Unit Leader helemaal op zijn plek bij engineersbureau Arup. Het wereldwijd aanwezige bureau werd opgericht door Engels-Deens bouwkundig ingenieur Ove Arup. “Constructeur en filosoof”, zegt Vola over de oprichter. “Hij was een van de eersten die inzag dat het bouwproces anders moet.”
Het gaat onder meer over kwalitatief goed en maatschappelijk nuttig werk afleveren. “Het gaat om de balans tussen mens en planeet. Nu wordt dat heel erg toegespitst op het CO2-verhaal, maar het is groter dan dat. Hoe kunnen we een samenleving bouwen waarbij iedereen een mooi leven kan leiden, zonder dat dit ten koste gaat van de planeet? Voor mij is dat hét vraagstuk van de komende 30 jaar.”
“De bouw is bij uitstek een industrie waar we een hoop uit kunnen pikken. We kunnen gebouwen maken die meer energie opleveren dan gebruiken, gebouwen maken die meer CO2 opnemen dan uitstoten, en gebouwen maken die zorgen voor meer biodiversiteit.” Vooral dat laatste klinkt misschien vreemd, maar het Bosco Verticale in Milaan bewijst dat dat kan. Op een 111 meter hoge woontoren zijn meer dan 900 bomen op de balkons gezet, veel meer dan er op dezelfde grond zouden kunnen staan.
Een probleem in de bouw is nog wel het gebruik van materiaal. Bij de productie van staal en beton komt veel CO2 vrij en, nog lastiger, hun voorraad is niet oneindig. De oplossing is hout. “Het aanbod daarvan is niet eindig. Na de kap kun je direct nieuwe bomen planten. En in de jaren dat een boom groeit, slaat de boom CO2 op. Volledig houten gebouwen zijn CO2-positieve gebouwen.”
“Hout is een fijn en natuurlijk materiaal”, vervolgt Vola. “Steeds meer onderzoeken wijzen uit dat mensen zich daarbij prettig voelen en dat het een positief effect heeft op het stressniveau. Bovendien is hout een licht materiaal dat de fundering minder belast. De aanleg geeft daardoor weer minder overlast. En het belangrijkste is, een houten gebouw kan even lang blijven staan als je met voldoende kwaliteit werkt. Houten gebouwen tot 50 meter hoogte zijn technisch mogelijk. Als er een global initiative is voor de bouw van houten huizen, gaan we echt impact maken. Het zou een uitkomst zijn wanneer we bij elk project hout overwegen, net zoals staal en beton nu default zijn.”
Dat dat nu nog niet gebeurt, komt onder meer door de vermeende risico’s die hout met zich meebrengt. Brand bijvoorbeeld, al is dat risico door een juist gebruik van andere materialen weg te nemen. Ook de regelgeving rondom de akoestiek van huizen is wat lastig. Een houten vloer laat nu eenmaal meer geluid door dan een betonnen vloer.
“Hout is op dit moment ook nog wat duurder dan staal en beton. Voor commerciële partijen is dat een opgave. Ook is hout gevoeliger in de uitvoering. Je moet het droog houden en dat stelt speciale eisen aan de bouwers.”
Vola zou daarom graag zien dat de werkelijke kosten van het verbruik van materialen in de prijs worden verwerkt. Dat zou beton en staal duurder maken en hout juist goedkoper. “En we hebben meer projecten als HAUT nodig om veranderingen in de markt te krijgen. De houten woontoren is een goed voorbeeld dat we in Nederland en Amsterdam op de goede weg zijn.”